De Boetenbaintjes

Hunebed4

Het wandelweekend was rond Nunspeet op camping  De Witte Wieven. Dagen tevoren hadden de T(h)ea’s via de mail al voorpret o.a. over het meenemen van een wit laken, zodat witte Tea ’s nachts als wit wief over de camping kon gaan. Maar helaas viel ze in een diepe slaap en kwam er niks van terecht.

Op de Elspeter heide was er ook geen wit wief te bekennen, waarschijnlijk omdat het weer, tot onze grote vreugde, te mooi was. Desondanks was het weer een geslaagd weekend.

We begonnen in Elburg, alwaar Berend ons bij de bushalte stond op te wachten. Hij was al eerder op de fiets naar Nunspeet gegaan en zijn tent stond al op de camping. Na de lange reis eerst tijd voor koffie. De diehards zaten op het terras en de rest zat binnen. De terraszitters genoten van heerlijke appelnotentaart, de binnenzitters kwamen er pas bij het afrekenen achter dat er zulk lekker gebak was. Wim scoorde een gratis warme muts, die eigenlijk overbodig was.

 

Ik was de veurloper. Dat ben ik een keer per jaar en dat valt niet mee. Meteen in het dorp al een afslag gemist, zodat we de hele vestingwal en het daaronder gelegen park konden doorkruisen, toch maar mooi meegenomen. Een lange grasdijk is een makkie: overzichtelijk en kan niet fout. Wel met lastige overstapjes. In het bos op het landgoed Klarenbeek was ik de weg helemaal kwijt. Ik dacht nog dat ze de route verlegd hadden en het niet meer klopte met de tekst. Niets van dat alles: je moet gewoon goed de kaart volgen en de tekst als bijzaak beschouwen, dan ben je pas een echte veurloper. De GPS op de nieuwe telefoon van Jan hielp ook. Gelukkig nam echte veurloper en echte man Peter het aan het eind van mij over en kwamen we met een mooie slinger rond de Zandeplas om half vijf op de camping aan en zaten we om vijf uur in een warm zonnetje met blote armen op terras van de camping aan de wijn/bier. Frieda viel met haar glas witte wijn in de hand in slaap, zo lekker was het.

 

Na de borrel leidde Berend ons feilloos naar onze eettent Fat Alice. Er kwam een oorverdovende herrie uit, en we hadden bijna rechtsomkeert gemaakt. Maar het bleek de foute ingang. Het eten en drinken was er goed, de kaart was erg wild qua lay-out, maar de gerechten waren prima. Jammer dat de ongevraagde bakjes mayonaise en knoflooksaus wel op de rekening stonden. Maar och hoofdelijk omgeslagen was het 1,50 extra p.p.

 

Na afloop gebeurde er iets vreselijks: 4 mensen bestelden een taxi! De een was moe, de ander had geen zin in lopen, een derde had te veel gegeten en de vierde sloot zich maar al te graag aan. Ik heb dit in mijn boetenbaintjestijd nog nooit meegemaakt en weet alleen het verhaal van de taxirit in Duitsland, maar die was goed onderbouwd en noodzaeklijk. De rest ging, alweer onder leiding van Berend, lekker lopen en verteren en hadden in ieder geval nog erg veel lol toen rooie Thea ging plassen en haar blote billen volop beschenen werden door een auto, die onverwacht opdook. Ja en als je zit, moet je doorgaan! Nog een afzakkertje in de kantine en lekker slapen.

 

De volgende dag begon goed fout. Mijn laplandmok, die ik al minstens 35 jaar heb, werd betiteld als 'vies en oud'. Hoe durven ze, geen gevoel voor historie. Bovendien is ie heel herkenbaar tussen al die andere nieuwe laplandmokken. Ik bleef de hele dag 'mokken' en de daders terug pesten. Laura en Annemiek stonden als allerlaatsten hun tent af te breken en rugzak in te pakken. Wij stonden met z’n veertienen op een rij te kijken, te wachten en commentaar te leveren. Laura werd er niet anders van, maar Annemiek raakte in de stress. Nu had ze ’s nachts in het donker een nachtshirtje aan getrokken, dat wel erg strak zat (maar ja, als je net bij Fat Alice gegeten hebt, kan er van alles gebeuren), maar het bleek het wandelshirtje van Laura te zijn.

 

Onze derde veurloper was Wim, en hij deed het goed tot plotseling zijn batterijen op waren. De batterijen van de elektrische tandborstel van Martha boden uitkomst, hoewel de GPS er wel raar van ging doen: hij maakte heen-en-weer bewegingen en rondjes. Maar het was een prachtige route en het bleef de hele dag droog. Het hoogtepunt, letterlijk en figuurlijk, was de Elspeterhei. Een onafzienbaar heidegebied met een aantal heuvels met een prachtig uitzicht. Hier vond Wim het mooie scrabblewoord ‘boterhampakpauze’ uit. Eigenlijk bedoeld als hele korte pauze waarin je een broodje kunt pakken. Maar omdat hij eraan toevoegde dat iedereen vrij was het woord te interpreteren, werd het toch een gewone zit-, eet- en plaspauze, die door Iet gebruikt werd om de sudoku van de Volkskrant op te lossen en rooie Thea door haar vogelvriendin mobiel geïnformeerd werd over 2 visarenden, gespot bij Dokkumerzijl.

 

Vlak voor Nunspeet werden we midden in het bos verrast met een pakje Appelsientje vanwege de Appelsinetje natuurdagen: een actie van Staatsbosbeheer en Appelsientje. Zes dames melden zich vrijwillig aan voor een foto, die op internet te bezichtigen is: rooie Thea heeft de code.

 

En toen was het over, werd de organisatie bedankt, werd naarstig gezocht naar een kaartje voor Marja, die we het hele weekend hadden moeten missen, dronken we nog een glas en treinden zeer tevreden naar huis. Janny was de enige die nog energie had om ’s avonds te gaan stappen!

 

Mariette