De Boetenbaintjes

Hunebed4

LauwersmeerDaar was de wandeling van Annemiek en Frieda. Een dag om nooit te vergeten. Hij was raar, bijzonder, lang, nat, hilarisch, veel heen en weertjes, zoekmomenten, koffie die op zich liet wachten. Kortom: gedenkwaardig. 

Dagen van tevoren was het duo al in de stress over het aantal auto’s. Dus werd er druk gebeld en geappt met alle vaste deelnemers met de vraag of ze alsjeblieft met hun vervoermiddel naar het station wilden rijden. Mijn grappigheid werd helaas niet begrepen en leidde tot nog meer stress en gevoelens van ‘wij stoppen ermee’. Ik beloofde nooit meer grappig te zijn als het om het aantal auto’s gaat. Maar al hun inspanningen werden beloond. In Lauwersoog waren 9 auto’s en 17 wandelaars!

parnassiaHet eerste stuk zorgde meteen voor een verrassing, langs het pad stond links allemaal wilde peen en rechts de beeldschone parnassia, wit met roze en lichtgroene adertjes. Die had ik in geen jaren gezien. Maar hier begonnen ook de eerste heen en toch weer terugjes en raakten we Sander bijna kwijt. Na overleg met een echtpaar, dat alles van het gebied wist, gingen we toch richting schietterrein. De veurlopers hadden tijdens hun voorbereiding begrepen dat het gebied de hele zomer afgesloten was in verband met oefeningen voor de oorlog in Oekraïne. Er wapperde geen rode vlag en ook de rode lamp brandde niet, zodat er geen schietgevaar was. Hetgeen vooral Laura wel jammer vond, ze had wel zin in een uitdaging. We zagen al voor ons dat na honderd jaar een massagraf gevonden werd met 17 lichamen met rugzakken, regencapes en modderige schoenen, verdroogde bananen en halfvolle waterflessen.

In de stromende regen werd op 4 telefoons gekeken hoe de route zou moeten zijn. Dit leidde tot een plek waar je je boot te water kon laten, maar die hadden we nou net niet mee. Weer druk overleg en tenslotte vond Margreet D. het juiste en mooie paadje, dat ook nog de goede kant opging. We zagen het restaurant waar de auto’s stonden, maar we mochten daar geen koffie drinken, want die was vies, aldus Annemiek. Theo, die niet echt gekleed was op regen, hield het voor gezien en ging lekker thuis bij de kachel zitten.

Ook bij Staatsbosbeheer mochten we geen koffie drinken, want daar kwamen we op de terugweg ook weer langs. De logica ontging me en ik begreep ook niet dat Annemiek zo lang zonder koffie kon. Ze liep trouwens als een kieviet. Waarschijnlijk omdat ze haar kous vergeten was en druk was met de route zoeken. Ze had ook helemaal geen pijn. Bijzonder en fijn. Houden zo.

Lunchpauze op een heuvel met een grote bank en prachtig uitzicht. Ik begreep dat de gesprekken op de bank hilarisch waren. Janny vond het lang duren allemaal, maar dat lag volgens Frieda niet aan de veurlopers. Toch wilden ze wel een stukje afsnijden. Niemand vond dat erg. Sander haalde een beschimmelde boterham van weken geleden uit zijn rugzak ‘getverderrie, wat is dat? Schimmel’.

En eindelijk was er om half vier koffie of thee. Ook hier had Sander pech. Hij had een naamloos theezakje, nam een slok, trok een ontzettend vies gezicht en riep ‘het smaakt naar de paardenpis’. Een zakje met aardbeiensmaak maakte het enigszins drinkbaar.

Het was ondertussen droog geworden en na een half uur stevig doorlopen, waarbij we het bezoekerscentrum van Staatsbosbeheer rechts lieten liggen, bereikten we de parkeerplaats. De tent met het grote terras was dicht, dus geen nazit. Ik denk dat niemand het erg vond, want we waren toch wat nattig en koud en moesten nog een uurtje rijden. We bedankten de dames hartelijk voor deze meer dan gedenkwaardige dag. Hij mag in de herhaling met mooi weer en iets minder heen-en-weertjes.

Mariette