De Boetenbaintjes

Hunebed4

Zou het gieten in Gieten? Het giet of het giet niet, that’s the question. Na twee dagen volop regen, een weerbericht dat zware buien met windstoten voorspelt en een buienradar die over Noord-Drenthe alleen tussen 11.00 en 13.00 uur regen laat zien, begint zaterdag 28 augustus heel zonnig en wagen we het erop: we gaan wandelen in Gieten. 15 andere Boetenbaintjes denken er net zo over.

Het eerste uur is warm. Peter heeft spijt dat hij geen korte broek mee heeft, rooie Thea loopt in een hempie, en ik verwissel de lange mouwen voor korte. Zo lopen we Gieterveen binnen en komen langs het huis van Janny’s vader. Onderweg vertelde Janny dat hij niet wist of hij thuis was, want hij ging, zoals gebruikelijk, een borreltje bij de buurman drinken. Maar hij is thuis en iedereen roept in koor: “Bent u een borreltje aan het drinken?” “Nee, ik ben rijstepap aan het koken”, antwoordt hij. Onmiddellijk krijg ik de zoete smaak van dikke rijst met boter en suiker in de mond. Als kind at ik dat als toetje, net zoals boekweitegort met stroop of karnemelkspap. Ik was er gek op, hoewel griesmeelpudding met bessensap de kroon spande.

Janny’s vader nodigt ons uit om na het bezoek aan de molen een borreltje te komen drinken. Maar we vinden het te vroeg. De molen in Gieterveen heeft open dag. Wij plunderen meteen de hele voorraad roggebollen en krentenmikken. Het brood wordt gebakken in een houtgestookte oven, gebouwd in een klein bakhuisje. Zou ik ook wel in mijn tuin willen hebben. We hebben in ieder geval dakpannen genoeg zegt Peter. Het begin is er dus. Een pikzwarte lucht komt dreigend op ons af, maar besluit ons nog even te sparen en drijft over. We maken het eerste achtje van de dag en maken nog een ererondje in de vorm van een V voor het huis van Janny’s vader. Door de maïsvelden naderen we het huis van clubgenoot Betty: ze is niet thuis.

Ik ontdek dat er ook een Drents Terwupping bestaat: een klein gehucht, of een uit de kluiten gewassen brink,  met 5 of 6 prachtige boerderijen met veel grond er omheen en een wei vol prachtige paarden. Daar begint het toch te regenen. Wij doen de capes om en de koeien in het land weten niet hoe snel ze dekking moeten zoeken: in draf en met zwiepende uiers rennen ze door de wei naar de stal. Ik wist niet dat ze zo’n hekel hadden aan regen. Wat een watjes!

Vlak voor het bordje Gieten moeten we linksaf om het volgende achtje te kunnen maken. We lopen via de oude spoorlijn en het Brummelpad in de warme zon naar Gasselte en strijken neer op het terras van restaurant De Wiemel. We bezetten het hele terras met natte regenjassen en broeken en onszelf en genieten van koffie, heerlijke en mooie taartjes en de zon. Frieda wil het liefst blijven zitten en de bus naar Gieten nemen, maar vermant zich en gaat toch lopen. Hella vertelt een aandoenlijk verhaal over een vleermuisje. In de schemering is hij het open raam binnen gevlogen en door de kat gegrepen. Hella redt hem en belt de dierenambulance. De mevrouw van de dierenambulance kan helaas niets anders dan de dood constateren, wikkelt hem in vloeipapier en neemt hem mee naar zijn laatste rustplaats. Rooie Thea doet paniekerig over haar portemonnee, die weg is. Ze haalt 3 keer haar rugzak leeg, voelt in alle broekzakken, kan hem niet vinden, zal wel bij de molen zijn blijven liggen, want ik had mijn handen vol, kijkt nog eens in de bovenklep, gaat staan en dan zit ie gewoon toch in de broekzak. Na al deze commotie, waarbij Hella ook nog vertelt dat ze ooit in een huisje heeft gelogeerd dat ‘Leglust’ heette en ze zich afvroeg wat ze met haar hormonen aan moest, gaan we terug naar Gieten.

Als we voor de tweede keer het bordje Gieten naderen slaan Thea en ik automatisch rechtsaf: immers we kunnen er nog lang niet zijn, het is nog vroeg, het voelt nog niet als 28 kilometer, eerder als 20, en Wim heeft vast nog een derde achtje in petto. Tot onze verbazing blijken we er bijna te zijn en is het nog maar 1 kilometer. We mogen toch nog een klein ommetje maken en hebben dan volgens de GPS van Jo ongeveer 22 kilometer afgelegd. We vinden het helemaal niet erg en laten ons zoals altijd de drankjes op het terras van café Braams weer prima smaken.

Op zondagochtend smaakt een boterham van de molen uit Gieterveen, belegd met roomboter en hagelslag ook bijzonder lekker.

Mariette