De Boetenbaintjes

Jonkersgatis een rijkelui’s kind: ze staat laat op en gaat laat naar bed. Deze wijsheid predikte mijn moeder zeer regelmatig als er weer zo’n koude Oostenwind blies. Dat laat opstaan geldt dan kennelijk niet voor de zaterdag, want ze was er al vroeg bij met haar windkracht 4 en hield het tot 11 uur ’s avonds vol. Waarschijnlijk had ze de hele vrijdagnacht doorgehaald en had de hele zaterdag nodig om uit te blazen.

17 BB-tjes werden lekker vooruitgeduwd als ze in hun ruggen blies. Als we haar tegen of opzij hadden, maakte ze een hoop herrie in je oren en kon je elkaar bijna niet verstaan. Gelukkig scheen de zon de hele dag uitbundig en konden de jassen uit. Niemand had zich gewaagd aan een brokje of korte broek. Had best gekund, en dus had ik spijt.

Op de carpoolplaats in Borger verzamelden zich 8 BB-tjes en stapten er 9 uit de bus. Frieda en Annemiek hadden de leiding en brachten ons via het Hunebedcentrum, het grote hunebed D 23 en nog een kleintje naar Bronneger en verder naar het Drouwenerzand. De zon scheen, de lucht was blauw, het zand was mul en de bomen begonnen vleugjes groen te vertonen en de stemming was geanimeerd. De koffiestop was in Gasselte bij Ons Maotie.  De gastvrouw dacht dat we ook kwamen eten en kwam met een stapel menu’s aan. Ze waren nog niet gevouwen, maar daar wist HP wel raad mee. Binnen de kortste keren had hij een hele stapel in model gekregen. De gastvrouw was verrast over zijn techniek en was er zo blij mee dat ze nog een stapel kwam brengen. Naast hekjesopener heeft hij er nu een nieuwe functie bij: menuvouwer. Wij genoten van de koffie, de appeltaart en vooral de slagroom werden geprezen, evenals de wafel met warme kersen of aardbeien.

Toen we Gasteren uitliepen, herinnerde ik me dat Rudolf, die toen voor het eerst mee was, daar een schoenzool verloor en even later ook zijn tweede. Hij deed of er niets aan de hand was en liep de wandeling gewoon uit. Ik had bewondering voor zijn laconieke houding. We kwamen bij het Nije Hemelriek. De plek van het afgebrande restaurant zag er klein en leeg uit. Er schijnt voor de zomer iets nieuws te komen. Dat zou fijn zijn, want het is daar prachtig, dat blauwe water dat stevig golfde, dat witte zand, je waant je in het buitenland. Nu aten we ons broodje gewoon op een bankje of op de grond. Ook prima. Er werd een aantal jeugdtrauma’s opgehaald, zoals door je zus in je neus gebeten worden, saromapudding krijgen en niet je geliefde custardpudding, macaroni met smac, tomatenpuree en kaas, en als je geluk had zat er een uitje in of, nog moderner, een paprika.

Het veurlopersduo had zo nu en dan een overlegmomentje nodig. ‘Gaan we zo of gaan we zo?’ ‘Als we zo gaan, dan missen we dit, maar als we zo gaan, dan missen we dat’. Dus gingen we zo, wisten niet wat we misten, maar liepen lekker achter de dames aan om na 23 kilometer bij het beginpunt terug te komen. De helft keerde per bus of auto huiswaarts, de andere helft ging nog wat drinken in Hunebedcity. Daar is het altijd goed vertoeven, je krijgt een slokje met slagroom en een kniepertje bij de koffie en borrelnootjes bij het bier. Sjaak vertelde over zijn kano-avonturen. Je moet nooit alleen op pad, want als je omslaat, wat zomaar kan gebeuren, kom je in je uppie er nooit onderuit. Ik kreeg het er Spaans benauwd van. Natuurlijk was onze dank voor deze mooie wandeling groot en gingen we met rode wangen huiswaarts.

Mariette