De Boetenbaintjes

Hunebed4

WymeesterbrugYolanda en Janny hadden een rondje Bad Nieuweschans uitgekozen voor hun eerste veurloperswandeling. Ik was er jaren geleden voor het laatst geweest met Jan R, het was toen bloedheet. Nu was het aangenaam met misschien een spatje regen en een frisse noordenwind.

Voor de derde keer op rij waren we met 10. We slingerden over een fietspad op de dijk tussen mooie waterpartijen door. Na een uurtje stelde Yolanda op een winderig kruispunt een korte pauze voor. Ze moet nog leren dat je nooit iets moet voorstellen, maar duidelijke bevelen moet geven, anders ontstaat er discussie en gebeurt er niets of pas na hele lange tijd. Na veel vijven en zessen kwam de pauze er toch met uitzicht op een prachtige boerderij ‘Remkesheerd’Remkesheerd.jpg. Verderop waren het vooral zeer vervallen en half ingestorte gebouwen. Een kasteelachtig gebouw, dat er nog goed uitzag, stond te koop.

We doken de velden in en liepen over een recht, eindeloos lang graspad, dat tot aan de horizon reikte. Rechts stond gerst en tarwe en links was de sloot. Er was een prachtige akkerrand met korenbloemen, phacelia, boekweit en een mooi, teer lichtblauw bloemetje, dat bosliefje bleek te heten. Wat doet zo’n bloemetje nou op die uitgestrekte vlakte, waar geen bos te bekennen is, zou je denken. Maar lief was ze.

In Oudeschans was de Piekenier wegens vakantie gesloten en het museum nog niet open. Dan maar een eigen broodje zonder koffie op het terras. De eigenaar kwam na een half uurtje vriendelijk vragen of we het terras netjes wilden achterlaten. Tuurlijk. Op naar Bellingwolde, waar wel koffie was, de derde pauze in drie uur. Maar ook tevens de laatste, daarna werd het afzien en begon de zware tocht langs het Boelo Tijdenskanaal, dat 15,5 kilometer lang is en gevoelsmatig liepen we al die kilometers.

Het eerste deel was nog goed te doen, een mooi breed zandpad met lommerrijke bomen. Bij de brug ging het mis. We konden niet, zoals verwacht, langs de andere kant ‘Kwetsbaar natuurgebied. Niet betreden. Verboden toegang’. Ai, wat te doen? We liepen aarzelend rechtdoor en waren in no time in Duitsland. De eerste asfaltweg naar links leek de goede kant. Er ontstond een kopgroep die er stevig de sokken in zette en binnen de korte keren uit beeld was. Yolanda aarzelde en ontdekte dat de weg weliswaar op den duur naar Bad Nieuweschans leidde, maar met een hele grote omweg. Er werd druk veurlopersoverleg gevoerd. Telefonisch werd de kopgroep teruggeroepen.

En zowaar konden we over de dijk langs de linkeroever van het kanaal lopen. Het gras kwam tot je knieën, het kriebelde, je sokken en schoenen kwamen vol zaad en het was zwaar lopen. En ook deze dijkt strekte zich uit tot de horizon, er leek geen eind aan te komen. In de verte zagen we een brug, daar moesten we over. Puffend en zwoegend bereikten we de brug. We waren er eigenlijk wel klaar mee, maar we waren er nog niet. Het laatste stuk kende ook veel veurlopersoverleg en nog twee aarzel- of terugfluit- of loop-toch-maar- door momentjes. Yolanda betitelde het als zwabberbeleid. ’T Is dat ze het zelf zei.

Geen nazit in Bad Nieuweschans, want de trein van half 7 vonden we te laat. De kopgroep had 27,5 kilometer in de benen, het peloton 26 en HP wel 30. In Zuidbroek nam Peter afscheid van de veurlopers met de tekst “Toch(t) bedankt”.

Mariette